Vijf jaar geleden werkte het vroegere wonderkind Vitor Araújo, nu de vaste muzikale samenwerkingspartner van Christiane Jatahy, vol overgave aan zijn magnum opus Levaguiã Terê. Dit tweede album ontstond uit de studie naar polyritmiek die te horen is tijdens religieuze rituelen van candomblé en umbanda. Deze waren op hun beurt naar Brazilië gekomen met talloze slaventransporten uit Afrika. Araújo plaatst ze in een meer symfonische context: de muziek van het album wordt nu live gespeeld door Araújo en zijn band, twee candomblé-percussionisten en strijkers van het Metropole Orkest.
Soms melancholisch wervelend, dan weer afgemeten minimaal of onstuimig tribaal, maar bijna altijd aangedreven door de niet aflatende puls van percussie, dompelt Araújo je onder in zijn ritmes die een breed muzikaal spectrum bestrijken – net als Araújo zelf overigens. Het supertalent, dat als de openbaring van de Braziliaanse gecomponeerde muziek werd beschouwd, heeft inspiratiebronnen die reiken van de Braziliaans componist Heitor Villa-Lobos en jazz- en sambahelden als Chico Buarque en Tom Jobim tot componist en pianist Ryuichi Sakamoto en Radiohead.
Vitor Araújo piano, Felipe Pacheco gitaar, Mauro Refosco percussie, Hélder Amendoim percussie, Aduni Guedes percussie, Charles Tixier drums
+ Metropole Strings